Op een met overwinningstrofeeën versierde sokkel, met daarin de grafkamer waarin zich ooit de asurn van keizer Trajanus bevond, staat de 40 meter hoge zuil van Trajanus. De zuil bestaat uit 18 marmerblokken, die ieder anderhalve meter hoog zijn en een doorsnede van drie en een halve meter hebben. Binnen in de zuil bevindt zich een trap. Bovenop de zuil stond een beeld van keizer Trajanus; dat is echter in 363 door keizer Constantinus II verwijderd en in 1587 vervangen door een bronzen beeld van Petrus, gemaakt door Tommasso della Porta. Dat de zuil zelf wel de Middeleeuwen overleefde, heeft zij waarschijnlijk te danken aan het feit dat ze een functie als klokkentoren kreeg van een klein kloosterkerkje.
De zuil werd in 113 n.C. opgericht door de Senaat en het volk van Rome en laat op het één meter hoge, rondlopende reliëffries, met een totale lengte van 200 meter, de oorlogsdaden van keizer Trajanus tegen de Daciërs zien (tussen 101 en 103 & tussen 107 en 108). De gebeurtenissen van deze beide veldtochten zijn chronologisch weergegeven. Doordat er erg veel personen zijn afgebeeld (ongeveer 2500) is het geheel nogal onduidelijk en is er weinig ruimte voor landschaps- of architectuurachtergronden. De vorm van dit reliëf, als een spiraal om een zuil, was geheel nieuw. Het doet denken aan een antiek schriftrol, een Volumen, vooral als je je realiseert dat de zuil op het Forum van Trajanus tussen de Griekse en Latijnse bibliotheek geplaatst was.
De vertelling begint onderaan met de riviergod Donau die uit het water oprijst en een legioen Romeinen dat over een brug van schepen marcheert. Daarna is afgebeeld hoe het eerste kamp in het land van de Daciërs, het huidige Roemenië, opgebouwd wordt, en hoe de eerste slag geslagen wordt. De keizer verschijnt diverse keren in beeld, maar de nadruk ligt op de daden van de legionairs. Het noodlot van de Daciërs en hun koning Decebalus wordt uiterst realistisch weergegeven. Dit toont nogmaals hoe geïnteresseerd de Romeinen waren in historische berichtgeving, met name als de Romeinse grootheid en macht weergegeven werden. Op de plaats waar overgegaan wordt op een ander onderwerp werd een schrijvende Victoria afgebeeld.
De zuil had nog een andere functie: zij moest met haar hoogte aangeven hoeveel grond men voor de aanleg van het Forum had weg gegraven, ter hoogte van het centrale plein. Een opschrift op de basis zegt dat zij is opgericht ad declarandum quantae altitudinis mons et locus tantis operibus sit egestus (= "om aan te duiden tot welk een diepte en met wat voor arbeid de berg hier is weg gegraven").