boog van Titus
boog van Titus

Boog van Titus

 

 

De boog van Titus, de monumentale ingangspoort van het Forum Romanum op het hoogste punt van de via Sacra, werd ge­bouwd door Domitianus ter ere van de overwinnin­gen van zijn vader Vespasianus en zijn broer Titus in de Joodse oorlog (de ver­woesting van de tempel vond plaats in 70 na C., wat het begin was van de diaspo­ra). De datering van de boog is niet exact be­kend, maar is in ieder geval na de dood van Titus in 81 na C.., omdat op de inscriptie op de attica over Titus gesproken wordt als "divus". Deze titel werd door de Senaat aan die keizers verleend, die het in leven verdiend hadden. In de inscriptie aan de Fo­rum-zijde van de boog wordt de restau­ratie van het monument herdacht in 1821 (door Giu­seppe Vala­dier).

 

De boog is opgebouwd uit Pentelisch marmer en eenvoudig van vorm en deco­ratie, en doet daar­door erg harmo­nieus aan. De belangrijkste decora­tie be­vindt zich op de binnen­wan­den van de enige door­gang. Deze zijn gedeco­reerd met twee reliëfs, die de hoogtepun­ten van de triomftocht van de zege­vie­rende veldhe­ren voorstellen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan de ene zijde zijn de soldaten afge­beeld die de veroverde schat­ten uit de tempel van Jeruzalem dragen: op de schouders van de overwinnaars is o.a. de zevenarmige kande­laar te zien, die sym­bool staat voor de hele buit uit de tempel. Bazuin­bla­zers begeleiden de stoet, waar­in grote pane­len worden mee­ge­dra­gen. Hierop moesten de veroverde steden van Judea gegra­veerd wor­den. De langharige figuren die de panelen dragen, zijn moge­lijk personificaties. De proces­sie staat op het punt onder een (perspecti­visch niet correcte) triomfboog door te gaan, die slechts voor de helft te zien is, omdat de andere helft ge­schilderd was. Deze schilderingen zijn uiter­aard al lang geleden verloren gegaan.

Op de andere zijde van de door­gang is de zegevierende veld­heer met zijn legioenen afgebeeld. De keizerlijke quadriga wordt geleid door “Roma”, de godin van de stad, gekleed in het gewaad van een amazone; “Victoria”, de perso­ni­ficatie van de overwin­ning, bekroont de keizer. Naast de keizer zien we met ontbloot bovenlichaam de bescherm­engel van het Romeinse volk met aan zijn zijde een rechter als vertegenwoordiger van de Senaat.

 

 

 

 

In de welving van de doorgang zien we Titus, die door de adelaar van Jupiter, Altaïr, ten hemel gedragen wordt

 

 

 

 

 

 

In deze reliëfs worden historische en allegorische scènes met elkaar vermengd. Het feit dat Titus op een triomfwagen wordt afgebeeld, hoort daarbij bij de historische feiten: een veld­heer die een belangrijke overwinning had behaald, werd op een dergelijke wagen naar het Capitool gereden. Hij droeg daarbij een tunica met toga en had in de linker hand een ivoren scepter en in de rechter een lauwertak. Achter hem stond een slaaf die hem een kroon van goud en edelstenen boven het hoofd hield. Bovendien had hij zijn ge­zicht rood geverfd met menie, waar­door hij dezelfde rode teint kreeg als het af­godsbeeld van Jupiter dat op het Capitool stond. Dit alles moet echter niet be­schouwd worden als zelfverheffing: het moest aangeven dat niet de veldheer, maar Jupiter de overwinning behaald had. De triomfa­tor was dus eigenlijk slechts een representant van deze god.