boog van Constantijn
boog van Constantijn met zicht op Via sacra

Boog van Constantijn

 

 

Deze boog is het best bewaard gebleven van alle triomfbogen in Rome. Hij werd tussen 312 en 315 n.C. opge­richt door de senaat en het volk van Rome, ter ere van de decennalia van Constantijn (10 jarig regeringsjubi­leum) en wegens zijn overwinning op Maxenti­us bij de Milvische brug.

 

 

 

Omdat Constantijn een ver­nieuwing van het rijk voor­stond, de "renovatio imperi­i", werden voor deze boog heel symbo­lisch vele spolia gebruikt: reliëfs uit de vroege keizertijd, vooral uit de tweede eeuw, de grote tijd van Trajanus, Hadrianus en Marcus Aureli­us. Een andere reden voor het herge­bruik van oudere reliëfs was, dat Constantijn veel haast had met het op­richten van de boog: hij moest klaar zijn als hij tien jaar aan de macht was.

 

boog van Constantijn vanuit het Colosseum gezien

De boog heeft drie doorgangen: een grote in het midden, ge­flan­keerd door twee klei­nere.

De reliëfs die op de boog zijn aange­bracht vertel­len narratief en symbolisch de daden en triomfen van Con­stan­tijn. Doordat oude reliëfs opnieuw ge­bruikt zijn, naast enkele nieuwe, is er groot ver­schil in stijl te zien. Opval­lend daarbij is dat de meeste koppen in de opnieuw ge­bruikte reliëfs bewerkt of vervan­gen zijn door portretten van perso­nen uit de tijd van Con­stantijn! Meestal betreft dat Constantijn zelf, of zijn mede­regent Licinius.

 

Enkele reliëfs op de boog dateren wel uit de tijd van Constan­tijn: Sol en Luna op de oost- en westzijde; de ornamen­ten op de sluitstenen van de bogen; de riviergo­den op de hoekzwikken; de soldaten, gevangenen en Victoria's op de zuilen­sokkels en de zes friesreliëfs boven de zijpoorten en op de dwarsdelen van de boog.Dit fries is een doorlopende narratieve voorstelling: het toont hoe Constantijn er opuit trekt; hoe hij Verona belegert; zijn overwinning bij de Milvische brug; hoe hij zijn triomf viert; hoe hij op het Fo­rum tot het volk spreekt en hoe hij geld verdeelt onder de menigte. Op het laatste deel van het fries zien we in het midden Constantijn met in zijn linkerhand een schriftrol en in de rechter een tabula: een plank met halfronde uitsparingen voor geldmunten. De munten vallen in de toga van een beambte. De tweede figuur in het bovenste register links van Constan­tijn heeft al nieuwe munten vast om het plankje weer op te vullen. Beide figuren behoren bij de Toga­ti, die de keizer omgeven. Allen hebben de ogen op de keizer gericht en degenen die de rechterhand vrij hebben, hebben deze opgeheven als teken van bijval. De Togati onder­scheiden zich van de burgers die van rechts en links ko­men om de gaven in ontvangst te ne­men. Deze burgers zijn niet alleen klei­ner weergegeven, maar ook anders ge­kleed: ze dragen een paenula, een een­voudige kapmantel.

 

Boven de burgers staan telkens vier personen afge­beeld in een aparte ruim­te. Al deze afbeeldingen tonen een vergelijkbare voorstelling. De ruimte waarin de vier personen zich bevinden, is met een balda­kijn­achti­ge draperie behangen. In hun midden staat een geld­kast. Van rechts verschijnt een in paenula geklede man; alleen zijn bo­venlichaam is zichtbaar zodat duidelijk is dat hij bij de burgers hoort die in het onder­ste register zijn afgebeeld. Hij ontvangt van een ander, ook in eenvoudige kle­ding, geldstukken. Twee Togati kijken toe. Hier is de bu­reau­cratie van de geldverde­ling weer­gege­ven.

 

Politieke propaganda!

 

Het propagan­disti­sche politieke program­ma van de boog is overdui­delijk: Con­stantijn zal de geschiedenis ingaan als zegevierend veld­heer, net als Traja­nus; net als Marcus Aureli­us is hij een wijs bestuurder en net als Hadrianus jaagde hij, niet alleen voor zijn ple­zier, maar als bewijs van keizerlijke moed en keizer­lijke deugd; daarbij vergat hij ook niet te offeren aan de goden.

Ook de inscriptie laat geen onduidelijk­heden: "Aan de imperator Caesar Flavius Constantinus Maximus, de vrome en gelukkige Augus­tus, dragen Senaat en volk van Rome deze boog op als teken van triomf, want door goddelijke inge­ving en door edel­moedigheid heeft hij met zijn leger de staat door middel van een rechtvaardige oorlog tegelijkertijd van de tiran en van alle beroering verlost". Door te spreken van "Goddelijke ingeving" als oorzakelijk moment in het handelen van Constan­tijn werden noch de aanhangers van het Chri­stendom, noch de aanhangers van het oude geloof voor het hoofd gesto­ten.

 

Het is vreemd dat Constantijn op de medaillons afgebeeld is terwijl hij offers brengt aan andere goden. Constantijn was echter voordat hij zich tot Christen bekeerde (en zelfs daarna ook nog) een aanhanger van de zonnecultus. Deze cultus zei dat de andere Goden ondergeschikt waren aan de zon. De Christenen werden dus niet voor het hoofd gestoten met deze reliëfs.